Wiesbauer

"Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt" – Jeroen Brouwers

Roze bril, leesbril, zonnebril

Deze zomer naar Hongarije geweest.
Op één van de heerlijke avonden, na een bezoek aan het stadje Kecskemét, bij Jutka buiten bij een smeulend vuurtje gezeten. Onder een hemel van wel duizend sterren. Gezongen en mooie mannen bezongen. Onder andere Jeremy Irons. Eén van de sterren onder duizenden.
Volgende dag naar Boedapest geweest. Design gezien en gekocht, kerken en kerkjes bezocht, bruggen bewandeld en terug, lekker halt gehouden in Café Central en losgelopen voor nieuw geweld. ’s Avonds op eigen ontdekken gedineerd in sfeervol restaurant Cerlóczy. “Kijk, niet nu, maar seffens onopvallend over je linkerschouder, want daar zit een man die sprekend lijkt op… Néé! Het IS Jeremy Irons.”
Wat te doen? Wat te verzinnen om ….
“Bestel een dessert, een la-a-a-ang dessert”, stel ik voor aan mijn reis- en tafelgenote, die ondertussen ook in prettige schock is. Ik bestel nog een wijntje wegens toch geen hap meer door mijn keel krijgen.
Ondertussen hebben wij (Jeremy and I) af en toe gewoon -wat heet gewoon- oogcontact.
Na de strikt gedistingeerd ingehouden turbulenties evolueert de toestand van mijn disgenote en mezelf tot ‘wu-wei’, gewoon niet iets doen. Het bevalt ons. Het bevalt ons alles helemaal.

Dààr zat Hij dus.

Enkele engelen in de hemel zitten ondertussen op hun patio (met zicht op de aarde) onbedaarlijk te schaterlachen -ook zij hebben tussen alle ernst door zin in een verzetje. Het is hen gelukt.
Als souvenir voor mijn kinderen breng ik geen paprika mee of zigeunermuziek, maar geef hen een portie Lizst en de DVD van de film Being Julia van Szabó, voor een deel opgenomen in Kecskemét en het Hotel Astoria in Boedapest.

Boedapest, dag 2.
Al wandelend voorbij prachtgebouw, geconfronteerd met de ‘Internationale Waterconferentie’ aldaar. Ik mag desgewenst vooralsnog deelnemen. Dankjewel, niet nu. Alle info meegekregen die meegaat voor de faculteit WATER van onze Universiteit voor het Algemeen Belang.

Coïncidenties?!

Na heel wat Hongarije (tot en met het Balatonmeer) en de lectuur van enkele Hongaarse meesterschrijvers als Sàndor Màrai, Dezsó Kosztolànyi, en Gyula Krùdy (de accenten staan fout, weet ik wel maar mij pc niet),
lees ik op terugweg naar huis het fantastische boek ‘Gelukkig zijn we machteloos’ van Ivo Victoria. Victorie, wat een boek! Een confronterende wijze van in Vlaanderen aankomen.

Walk Your Talk

Op zaterdag 21 april 2012 organiseer ik voor de Universiteit voor het Algemeen Belang vzw samen met SPES-academie en Sint Lucas Antwerpen 365° een duo-lezing.

Leonor Wiesbauer : Walk Your Talk ?!

Twintig jaar na de VN-klimaatconferentie in Rio nemen we de draad terug op bij de beklijvende toespraak van het toen jonge meisje Severn Suzuki (1992). Vervolgens richten we de blik op het merkwaardig adagio van de Nederlands-Engelse arts en filosoof Bernard Mandeville ‘Private vices, public benefits’. Deze ondertitel van zijn publicatie ‘Fable of the Bees’ uit 1714 komt er op neer dat de wereld aan deugd ten onder gaat en dat economie en samenleving draaien op wat in de privékring als ondeugd wordt beschouwd: concurrentie, eigenbelang, hebzucht,… Is dit inderdaad een succesformule (gebleken) of juist de kernoorzaak van een op hol geslagen samenleving met ontredderde individuen? Deze lezing plaatst het controversiële gedachtengoed van Mandeville tegenover het ‘Walk your talk’-advies van Suzuki. We bespreken beide benaderingen in het licht van actuele problematieken zoals de ecologische, economische en beschavingscrisis. Is het economisch systeem een psychopaat of antipedagogisch? En hoe staat het met onze ‘geestelijke’ gezondheid? Wat kan ons in het licht hiervan tot bezinning en actie inspireren?

Rita Ghesquière : Wonen er wereldverbeteraars in boeken?
Filosofen en opvoeders van alle tijden hebben zich bekommerd om de verhalen die kinderen horen en lezen. Plato, Erasmus, Fénélon, Rousseau en vele anderen dachten daarbij op de eerste plaats aan goed burgerschap. Vooral de filantropijnen geloofden dat verhalen kinderen ertoe zouden brengen zo te handelen als de voorbeeldkinderen uit een boek. Een lange rij deugdzame personages zag het levenslicht. Later nam men weer afstand van die vaak brave Hendrikjes, maar ijver, vlijt en gehoorzaamheid bleven als kinderdeugd nog lang in trek.

In de nasleep van de tweede wereldoorlog werden meer rebelse, ondernemende boekenkinderen geboren: Emil van Erich Kästner en vooral Pippi Langkous (Astrid Lindgren), die heel bewust autoriteit in vraag stelt. Dat leidde tot de grote stroomversnelling die in de jaren zeventig de jeugdliteratuur grondig vernieuwde. Maatschappelijke veranderingen voerden even de boventoon. Auteurs als Jan Terlouw en Thea Beckmann, Karel Verleyen en Mireille Cottenjé vertegenwoordigen dat nieuw realisme. Maar na die ‘kommer en kwel’ periode kwam er weer meer behoefte aan fantasie en literariteit.

En waar staan we nu? Wonen er nog wereldverbeteraars in kinderboeken of kiest de jeugdliteratuur opnieuw voor vrijblijvende ontspanning? Welke waarden worden jonge lezers nu aangereikt? Schuilt er een maatschappelijke boodschap in de Harry Potter verhalen van J.K.Rowling en krijgt een rebel als Tobie Lolness (Timothée de Fombell) wel genoeg aandacht?

Zie ook  www.universiteitalgemeenbelang.be

Over Leonor Wiesbauer : zie verder op deze site.

Rita Ghesquiere studeerde Germaanse filologie aan de Faculteit Letteren van de KULeuven en schreef een doctoraat over Fenomenologie en Literatuurstudie. Ze is nu professor emeritus met opdracht. Haar onderzoek situeert zich in drie domeinen: Geschiedenis van de Europese literatuur, kinder- en jeugdliteratuur en religie en literatuur. In Literaire Verbeelding (2 delen) brengt ze een overzicht van de geschiedenis van de Europese literatuur en cultuur. Het verschijnsel jeugdliteratuur (1982, 20007)  opnieuw uitgegeven als Jeugdliteratuur in perspectief is haar meest bekende boek.

Rita Gesquière is ook betrokken bij Lees-Wijzer ihkv SPES-forum. Dit initiatief wil een wegwijzer bieden in een waarde(n)volle leeszoektocht.

Zijns-Tijd