Politiek = klimaatregeling
De laatste paragrafen uit het meesterwerk ‘Sferen’ van Sloterdijk
=> gelieve te lezen met aandacht en hopelijk volgt vervoering!
De mensen maken hun eigen klimaat, maar ze maken het niet uit het niets, (…) maar onder gegeven en overgeleverde omstandigheden.
Wat begon met de eerste vuren, het bijeenkomen van mensen rondom een aangenaam midden (magna commoditas), een aantrekkelijke verwenning, dat blijft tot op het laatst de basistechniek van solidariserende groepsvorming. De samenleving IS haar ruimtetemperatuur, ze IS de kwaliteit van haar atmosfeer; ze IS haar depressie, ze IS haar opklaring; ze IS haar opsplitsing in talloze lokale microklimaten.
De zelfbeschikking van sferen betekent daarom meer dan datgene wat tot dusver voor politiek doorging. Sferen (…) zijn gedeelde ruimten die door gemeenschappelijke bewoning in hen overspannen worden. Ze zijn het eerste product van menselijke samenwerking (…) Het is niet de arbeidsdeling die het proces van beschaving heeft bespoedigd, maar de sfeerdeling; ze is de oeruitspraak van de gemeenschap in zichzelf over zichzelf.
Daarom konden er pas politieke partijen, ja zelfs politiek zonder meer, als brandpunten van publieke interesse, ontstaan vanaf het moment dat er gestreden moest worden om de instelling van het heersende binnenklimaat in geciviliseerde vormen. De recente democratie en de massamediamaatschappij verschenen gelijktijdig ten tonele, omdat alleen de massamedia, in hun hoedanigheid van sociale klimaatscheppers, de mogelijkheid boden om het conflict over klimaatbeheersing uit te vechten. Daarom beschouwen de verlichte bevolkingen van massademocratieĆ«n het verkiezingscircus van hun partijen terecht als een oorlog van weervoorspellers: allemaal willen ze met beloftes het klimaat veranderen, maar hun retoriek bewijst dat ze niet weten wat beloven betekent; ze miskennen bijna zonder uitzondering de dwingende reden om samen te zijn. Ze begrijpen niet dat solidariteit alleen mogelijk is door het overdragen van vroegculturele vormen van wederzijdse betrokkenheid op de omstandigheden van grootschalige samenlevingen (…)
De antipolitieke scepsis in Oost en West, die zich voedt met juiste waarnemingen, bevat de kern van een inzicht waarmee het hernieuwde scheppen van solidariteitsruimten moet beginnen. Elk van die ruimten steunt op – of beter gezegd, is opgehangen aan – een zichzelf waarmakende klimatologische belofte. Verlichting begint met opklaren – of ze is van meet af aan het massabedrog, waar ze door de duistere auteurs van de twintigste eeuw voor werd uitgemaakt.
Zoals elk gedeeld leven is politiek de kunst van het atmosferisch mogelijke.